Heeft u speciale wensen aangaande veiligeheid of normering. Hieronder vindt u alle normen waarin Kubler kleding heeft. Vaak zijn in 1 kledingstuk meerdere normeringen samengebracht, ook wel multinorm genoemd. Deze kleding is op veel vlakken inzetbaar.
EN ISO 11611De internationale norm regelt prestatie-eisen voor kleding die bedoeld is om de drager bij het lassen en aanverwante activiteiten met vergelijkbare risico's, waarbij hij wordt blootgesteld aan gevaren zoals vloeibare metaalspatten of kortstondig contact met vlammen of stralingswarmte, te beschermen.
Men onderscheidt twee kwaliteitsklassen:
Klasse 1 (lagere klasse):
Bescherming bij lichte laswerkzaamheden en -situaties, waarbij lagere concentraties van spatten en stralingshitte optreden. Prestatie-eisen: bestand tegen min. 15 metaaldruppels. Warmte-overdracht (straling) RHTI 24 = 7 seconden
Klasse 2 (hogere klasse):
Bescherming bij laswerkzaamheden in kleine ruimtes en bij het werken in een ongemakkelijke houding. Prestatie-eisen: bestand tegen min. 25 metaaldruppels.
Warmte-overdracht (straling) RHTI24 = 16 seconden
EN ISO 11612Beschermende kleding - kleding tegen hitte en vlammen Kleding die voldoet aan de eisen van EN ISO 11612, beschermt de drager tegen kortstondig vlamcontact en tenminste één type van warmte-overdracht. De types blootstelling aan vlammen/warmte-overdracht worden onderscheiden door de volgende codes:
CODE A A1: bevlamming van het oppervlak |A2: bevlamming van de rand
CODE B Convectieve warmte | prestatieniveaus: B1-B3
CODE C Stralingswarmte | prestatieniveaus: C1-C4
CODE D Vloeibare aluminiumspatten | prestatieniveaus: D1-D3
CODE E Vloeibare ijzerspatten | prestatieniveaus: E1-E3
CODE F Contactwarmte | prestatieniveaus: F1-F3
De warmte-overdracht kan apart of in combinatie plaatsvinden. Producten die de EN ISO 11612 voeren moeten altijd voldoen aan de vlamuitbreidingscodering A1 of A2 (of beiden) en aan tenminste één van de overige coderingen. Op het etiket moet het behaalde prestatieniveau na de letter aangegeven worden. Hoe hoger het getal, hoe groter de bescherming.
IEC 61482 Bescherming tegen thermische gevaren van een vlamboogDe norm definieert testprocedures voor beschermende kleding die wordt gebruikt in werksituaties waar een thermisch gevaar bestaat doordat er vlambogen kunnen ontstaan. Een vlamboog ontstaat doordat er elektriciteit via geïoniseerde lucht stroomt. Het is een ongewenste en ongeplande verbinding tussen twee geleiders. Over het algemeen houdt deze verbinding minder dan een seconde stand.
Bij de testprocedure overeenkomstig EN 61482-1-2 wordt de vlamboog gedurende 0,5 seconden bij een open circuitspanning van 400 V ontstoken. Afhankelijk van de hoeveelheid kortsluitstroom worden er twee beschermingsklassen onderscheiden:
Klasse 1: 4 kA /500 ms | klasse 2: 7 kA / 500 ms
EN 1149-5 i.c.m. EN 1149-3 Elektrostatisch
Elektrostatische eigenschappen
Elektrostatische oplading wordt veroorzaakt door een overmaat of een tekort aan elektronen op het oppervlak van een stof of lichaam. Dit fenomeen komt voor in gebieden waar niet-geleidende of slecht geleidende stoffen betrokken zijn bij wrijving of scheiding, zoals bijvoorbeeld afwikkelen van papier of stofbanen van rollen, lopen op een isolerende ondergrond, overhevelen van vloeistoffen, transport van poedervormige stoffen door pijpleidingen.
De mate waarin een kledingstuk wordt opgeladen is o.a. afhankelijk van materiaal, snelheid en vochtigheid. Om deze statische oplading te vermijden dan wel onmiddellijk weer af te voeren, worden in de stof van beschermende kleding geleidende draden geweven of wordt er een bepaalde hoeveelheid geleidende vezels in verwerkte draden gesponnen.
In explosiegevaarlijke ruimtes mogen beschermende kleding en personen niet elektrostatisch worden opgeladen. Hier wordt elektrostatisch geleidende beschermende kleding gebruikt in combinatie met geleidende werkschoenen op een geleidende, geaarde vloer. De beschermende kleding moet volledig worden gesloten en strak worden gedragen. In explosiegevaarlijke ruimtes mag deze niet aan- of uitgetrokken worden.
De EN 1149 definieert testvereisten voor elektrostatisch geleidende beschermende kleding om ontvlambare ontlading te voorkomen. De beoordeling is gebaseerd op de EN 1149-3: 2001-norm.
De kleding is gemarkeerd met het pictogram van een lasboog.
EN ISO 20471 SignaalkledingKleding volgens deze normspecificatie moet er voor zorgen dat de drager onder alle lichtomstandigheden en van alle kanten door bestuurders van voertuigen goed te zien is en als persoon te herkennen is. Deze norm geldt alleen voor risicovolle situaties, die verdeeld zijn in 3 klassen. Een hoog risico doet zich voor wanneer een persoon niet actief deelneemt aan het verkeer, maar bezig is met andere werkzaamheden (werk of noodsituaties) - passieve weggebruiker.
De 3 klassen worden als volgt ingedeeld:
Hoog risico klasse 3: Drager is een passieve weggebruiker, voertuigen hebben een snelheid van > 60km/h
Hoog risico klasse 2: Drager is een passieve weggebruiker, voertuigen hebben een snelheid van = 60km/h
Hoog risico klasse 1: Drager is een passieve weggebruiker, voertuigen hebben een snelheid van = 30km/h
EN 343 WeersbeschermingHier vindt u de belangrijkste waarden voor waterdichtheid (weerstand tegen waterdoordringing) en weerstand tegen waterdampdoordringing. Deze waarden worden voor de gebruikte materialen en in de naden gemeten. De resultaten bepalen de klasse waarin het kledingstuk wordt ingedeeld.
De kleding krijgt vervolgens een pictogram dat een paraplu symboliseert, gevolgd door het nummer van de norm en de desbetreffende klassen.
X: (weerstand tegen waterdoordringing)
Y: (weerstand tegen waterdampdoordringing)
EN 14404 KniebeschermingDe bescherming van de knie wordt alleen gegarandeerd in geval van de samen-gecertificeerde combinatie van de kniebeschermingsbroek en kniebeschermingspads. Bij kniebescherming van type 2 betreft het een vulling die in de zakken op de broekspijp vast of los is bevestigd.
Ze worden ingedeeld in 3 prestatieniveaus:
Niveau 0 bodemoppervlak zonder oneffenheden, geen lekbescherming
Niveau 1 er kunnen oneffenheden op het bodemoppervlak voorkomen, lekbescherming bij = 100 ± 5 N
Niveau 2 kan worden gebruikt onder moeilijke omstandigheden, lekbescherming bij = 250 ± 10 N
EN 13034 Type 6 Chemicalien beschermingDe norm specificeert de minimale eisen voor beschermende kleding voor beperkt gebruik tijdens werken met chemicaliën (type 6). De norm biedt beperkte bescherming tegen de gevolgen van vloeibare aerosols, sprays en licht spatten van chemische producten.
Deze beschermende kleding is bedoeld voor gebruik in situaties waar het risico op letsel laag wordt ingeschat, omdat de drager op tijd in staat zou zijn om bij verontreiniging van zijn kleding passende maatregelen te nemen. Beschermende kleding van dit type is het laagste prestatieniveau van chemische bescherming. Speciale chemicaliën moeten vooraf worden getest.
EN 381-5 Snijbeschermingskleding voor gebruikers van handbediende kettingzagenBeschermende kleding die aan deze norm voldoet biedt bescherming tegen snijwonden aan de benen, die bij werkzaamheden met handbediende kettingzagen kunnen optreden. De beschermende werking is gebaseerd op het blokkeren van de kettingzaag. De mate van bescherming is afhankelijk van vele factoren: toerental van de kettingzaag, koppel van de motor, intensiteit en duur van het contact met het gereedschap, hoek waaronder het gereedschap het scheenbeen of weefsel raakt, werkhouding enz.
Er wordt onderscheid tussen 3 beschermingsklassen gemaakt:
• Klasse 1: kettingzagen met een snelheid tot 20 m/s
• Klasse 2: kettingzagen met een snelheid tot 24 m/s
• Klasse 3: kettingzagen met een snelheid tot 28 m/s
Afhankelijk van het formaat van het beschermde gebied worden 3 designs gedefinieerd:
Type A+B Is in principe bedoeld voor goed opgeleide, professionele gebruikers van kettingzagen bij gebruikelijke werkzaamheden met hout. De bescherming bedekt vrijwel uitsluitend de voorzijde van de snijbeschermingsbroek.
Type C Bedoeld voor personen die slechts zelden met een kettingzaag werken (bijv. technische bedrijven, brandweer). De snijbeschermingsbroek van type C bedekt de beide benen volledig, dus zowel aan de voor- als de achterzijde en biedt dus bescherming rondom.
Snijbeschermingskleding is altijd voorzien van een pictogram, dat een kettingzaag symboliseert. Het pictogram moet op een goed zichtbare plaats op de kleding zijn aangebracht.
EN 13758 Beschermende eigenschappen tegen UV-zonnestraling De Europese norm dient voor de bepaling van de UPF (Ultraviolet Protection Factor, in het Nederlands UV-beschermingsfactor) van textiel. Door een langdurig verblijf in de zon kan schade aan de huid worden veroorzaakt. Kleding die conform EN 13758-2 werd uitgevoerd, beschermt de bedekte lichaamsdelen tegen de schadelijke UVA- en UVB-stralen van zonlicht. De UPF wordt door middel van een testmethode bij nieuwe kleding en zonder gebruikssporen bepaald. Een UPF 40 van of hoger beschermt tot 98% tegen UV-straling en heeft daardoor dus een uitstekende beschermende werking.
EN 15797 Textiel - Industriële was- en finishprocedures voor het testen van werkkledingDe norm simuleert op basis van de beschreven processen de effecten van industriële reiniging van werkkleding.
Er zijn 8 verschillende wasprocessen van het type centrifugeren gespecificeerd. Voor het drogen zijn trommeldroog of kastdroog gespecificeer
Het is technisch onmogelijk om een industrieel wasproces in een laboratoriumsetting na te bootsen. De norm geeft slechts een benadering in een testopstelling van middelmatige grootte aan, om de beoordeling uit te voeren. Om de verenigbaarheid van het product en het wasproces uiteindelijk te kunnen beoordelen, wijst de norm erop de betreffende werkkleding in een industriële wasvoorziening en volgens het voor de toepassing gespecificeerde proces te testen.